Super PACs

Spannende achtergrondmuziek, een dreigende stem en een stortvloed aan angstbeelden zijn de voornaamste ingrediënten van de Amerikaanse campagnespotjes. Ze vullen radiozenders, vervuilen tv-schermen en blijven je op de één of andere manier altijd achtervolgen op het internet. Even zorgeloos Youtuben, zonder lastig gevallen te worden door een kudde politieke boodschappen, zit er voor de gemiddelde Amerikaan dan ook niet meer in. Soms wordt een dergelijk spotje afgesloten met een officiële boodschap van de presidentskandidaat: “I'm Barack Obama/Mitt Romney and I approve this message”. Wanneer dat het geval is weet je dat je te maken hebt met een officiële campagneboodschap van het Romney of Obama team zelf. Het komt echter steeds vaker voor dat er een andere organisatie achter zo'n politiek getint filmpje zit. Zo'n boodschap komt dan van een PAC of Super PAC.

PAC staat voor Political Action Committee. Door fondsen te werven maken deze georganiseerde groepen de financiering van onder andere campagnespotjes mogelijk. Hiermee geven ze een politieke partij een duwtje in de rug of juist een steek onder water, afhankelijk van de intentie van de PAC. De comités proberen op deze manier de verkiezingen te beïnvloeden. Dat klinkt niet helemaal zuiver, maar verschillende wetten voor campagnefinanciering hebben er voor gezorgd dat er limieten zijn aan de hoeveelheid gelden die een PAC mag ontvangen van personen en bedrijven. In 2010 veranderden de campagnewetten echter toen twee beslissingen van het Hooggerechtshof het mogelijk maakten dat personen en bedrijven ongelimiteerd geld konden geven aan de PACs. Zie daar de geboorte van de Super PACs.

Deze gemuteerde PACs kunnen zonder enige beperkingen enorme hoeveelheden geld ophalen en gebruiken om hun boodschap over te brengen in de media. Maar in tegenstelling tot de gewone Politieke Actiecomités, mogen Super PACs zich niet direct verbinden aan een kandidaat of aan een politieke partij. De spotjes mogen dus niet afgestemd worden met de kandidaat en evenmin mag er met de partij gecoördineerd worden hoe het geld besteed gaat worden. De Super PACs moeten dus geheel onafhankelijk te werk gaan, ook al streven ze ernaar een bepaalde partij te ondersteunen.

Van de mogelijkheid om onbeperkt geld te doneren wordt gretig gebruik gemaakt. Dat wordt duidelijk op de website opensecrets.org. Op deze site worden alle inkomsten en uitgaven van PACs, Super PACs en andere organisaties, ten behoeve van de 2012 campagne in kaart gebracht. Op dit moment is er aan de presidentscampagne al zo'n 700 miljoen Dollar uitgegeven, waarvan meer dan de helft (369 miljoen) door Super PACs. Dit laatste bedrag is bij elkaar geharkt door 933 Super PACs, waarvan de grootste (met 95 miljoen Dollar) 'Restore our Future' Mitt Romney steunt. Ter vergelijking, in Nederland werd in aanloop van de verkiezingen in september door alle partijen bij elkaar nog geen 10 miljoen Euro uitgegeven aan de campagnes.

Hoewel de spotjes zelf vaak van een bedroevend niveau zijn en eruit zien alsof Willibrord Frequin er een hand in heeft gehad, scheppen ze toch de nodige verwarring. Het is vaak niet duidelijk wie er achter de reclame zit en dus moeilijk te bepalen of dit officiële campagnelaster is. Er wordt door de Super PACs namelijk de grootst mogelijke onzin de wereld in geslingerd met soms als enige doel de tegenkandidaat te schaden.

Gelukkig staat de technologie voor niets. De Amerikaan die zich werkelijk druk maakt over de financiering kan bijvoorbeeld de Super PAC app downloaden voor zijn smartphone. Op het moment dat er een spotje op TV of radio is, haal je je telefoon tevoorschijn en laat je de app luisteren naar het spotje. Je telefoon vertelt je vervolgens direct wie er achter dit spotje zit, hoeveel geld er door deze Super PAC is opgehaald en of de claims in het spotje wel gebaseerd zijn op feiten.

Super PACs zijn een bedenkelijke bijkomstigheid bij de verkiezingen maar zijn tegelijkertijd nauwelijks meer weg te denken uit de Amerikaanse politiek. Want in het land waar kapitaal koning is, gaat het nog steeds 'all about the money'.

 

Danique Karamat Ali